Skip to main content

Coronamoeheid: te veel veranderen kruipt onder je huid

“Wat ben je geïrriteerd”, zei mijn vrouw toen we met Pasen onderweg waren naar ons tweede thuis. “Hoezo geïrriteerd”, gaf ik net iets te snibbig terug. Ineens realiseerde ik me dat de coronacrisis kennelijk onder mijn huid was gekropen. 

Voelde het ophokken tegen corona eerst nog als een verplichte vakantie; daarna schoot ik in de oplossingsgerichte reflex. De crisis als kans. En na een paar weken stond ik eigenlijk best behoorlijk “aan”. Ik was minder uitgerust dan ik had verwacht. Niet angstig, niet hondsmoe, gewoon nét gevoeliger en kwetsbaarder dan anders. Een soort voorjaarsmoeheid maar dan anders. Uit een korte rondvraag bleek dat ik niet de enige ben… wat is daar aan de hand?

We zijn de laatste tijd allemaal ongewild onderdeel van de een van de grootste veranderingsopgaves van deze generatie (vergeet de energietransitie niet). Een klassiek ‘burning platform’ (of juist niet, zou m’n collega Evert zeggen) dat ons min of meer dwingt om in korte tijd een groot deel van ons leven om te gooien. En naast het verdriet en de angst is er tegelijkertijd een unieke gelegenheid om te kijken wat zo’n grote verandering met ons doet.

Mijmerend over moeheid en irritatie in tijden van corona kwam ik tot het volgende inzicht: ik had er gewoon boven alles onderhuids last van dat ik mijn routine kwijt was. Omdat ik stiekem op een dag belachelijk veel meer beslissingen moest nemen dan vóór corona. Ga ik nog naar de supermarkt? Als ik ga, hoe vaak? Hoe vaak wast een mens zijn handen eigenlijk? Drogen ze dan uit? Vragen we de kinderen wel thuis in de voorjaarsvakantie? Ga ik nu klanten bellen die er wellicht nog niet op zitten te wachten? Kun je met Zoom even goed een team coachen als zonder? Zal ik alvast extra energie steken in een boek dat ik wil schrijven?

Voortdurende twijfel en een schier eindeloze reeks vragen, waar ik vroeger gedachteloos routineoplossingen voor in stelling kon brengen. Mijn coronamoeheid was verandermoeheid! Twijfelen is oké, te veel twijfelen is blijkbaar hondsvermoeiend.

Ineens voelde ik aan den lijve hoe gewoontes me helpen om energie te besparen. Hoe fijn het is als iedereen op dezelfde plaats aan tafel zit. Als de treinen op schema rijden. Als ik gedachteloos een winkelwagentje uit een rij trek. En hoe ik er dus last van hebt als routines wegvallen. Het zal vast geen exact getal zijn, maar de klassieke bewering dat we 95 % van de dingen onbewust en op de autopilot doen, kreeg ineens veel meer lading. Twijfel en onzekerheid putten uit zonder dat je het in de gaten hebt.

Ik moest ineens ook denken aan het dieet dat beschreven wordt in “Het no-diet dieet” van Ben Fletcher e.a. Zij ontdekten dat met mensen met overgewicht meer ingesleten gewoonten hebben. Wie consequent zijn gewoonten weet te veranderen valt af, ook al kijkt hij helemaal niet naar de inname van voeding. Wie dit 'dieet' volgt, leert vooral flexibel te zijn. En dat flexibele gedrag - niet het op dieet gaan - is de sleutel tot succes. Een kans die ik in mijn geval eigenlijk zou moeten omarmen.

Inmiddels zijn we een paar weken verder en ik merk dat de oude energie langzaam terugkomt. Mijn 37e Zoomgesprek voelt inmiddels weer als routine en inmiddels rijd ik als een ervaren 1,5 meter-jockey met mijn karretje door de supermarkt. Vorige week een mooie nieuwe eerste keer: een virtuele teamdag voor een opdrachtgever. Inmiddels heb ik er vertrouwen in dat de volgende nieuwe uitdaging ook wel weer zal wennen.

Blijft over de vraag hoe ik me vanuit psychologisch en veranderkundig standpunt nóg beter kan wapenen tegen zo’n golf van verandering. Hoe ik maximaal flexibel blijf, en tegelijkertijd ook een beetje lief voor mijn omgeving. Hoe kom ik zo snel mogelijk in een nieuwe routine en weer op mijn oude energieniveau?

Daarover schrijf ik in het volgende bericht over omgaan met veranderen: daarin meer over gedragsregels die mij (en jou?) helpen bij het ontwikkelen van orde in de wanorde, structuur in de chaos en ongewone gewoontes.

Frank Goijarts

PS Tot nu toe valt er helaas in mijn geval niet veel gewichtsverlies te melden. In ieder geval hou ik de reacties van mijn vrouw voortaan nóg beter in de gaten. De natuur laat zich niet dwingen: verandercapaciteit kent zijn grenzen.

organisatieverandering